Categorie archief: Het leven in Irkutsk

Sidder en beef … -40 komt er aan!

Eerst en vooral: de tomate-crevette viel werkelijk in de smaak en het Poolse kerstfeest was heel gezellig. Lekker eten ook. De Poolse consul hier is nu helaas wel in de veronderstelling dat wij Belgen altijd kalkoen én frieten én tomate-crevette eten op kerstavond. Laten we hem in de illusie houden!

Vandaag was er ook de niewjaars-/kerstnamiddag op de unief. Hierbij werd “het is een nacht” gezongen als een Vlaams lied over oudejaarsavond. ’t Is maar dat u het weet.

Verder hebben we hier al zeer veel goede punten gehaald (vier en vijven!) (op vijf uiteraard)(voor alle duidelijkheid).

Uitgebreidere verslagen over al deze belevenissen volgen hopelijk na het weekend. Hopelijk, want de fluppekens hier (dat zijn ik, Heleen, Hanne, Nick en Owen) hebben het in hun hoofd gehaald om dit weekend door te brengen in Arshan (u weet wel, die wonderschone plek waar ik met Jakob ook al eens een weekend naartoe ben geweest). Nu is dat op zich geen probleem, ware het niet dat het zaterdag (en dat is dus morgen al!) tussen de -30 en -40 graden gaat worden. Overdag. In Irkutsk. Nu moet u weten dat het in Arshan meestal sowieso al kouder is dan in Irkutsk (het ligt in de bergen en in september lag er al sneeuw op de toppen. In september!). Oh en nog iets. Het toilet daar is een gat in de grond. In een hokje.  BUITEN!

Bij deze, het was fijn u allen gekend te hebben, ik hoop dat ik dit weekend overleef en de twaalf watervallen bevroren kan zien (het zou zo erg zijn als we daar de hele tijd binnen moeten zitten) …

Ik zal blij zijn als ik maandag mijn neus nog heb. Vadertje vorst, wees barmhartig!

Dienstmededeling

Dames en heren, jongens en meiden,

Deze week wordt u extra verwend. Ik heb namelijk goed nieuws voor u! Er is mij de eer te beurt gevallen om gastblogger van de week te zijn voor de Weekend Knack. Bijgevolg krijgt u én op woensdag (en dat is morgen al!) én op donderdag én op vrijdag en potverdorie zelfs op maandag en op dinsdag ook een lap tekst van mij voorgeschoteld.

Helaas zal die blog dan niet hier te vinden zijn, maar gelukkig wel op: http://www.knack.be/weekend/nl/home/blog/guestblog/86-13/guestblog.html. Allen daar heen zou ik zo zeggen!

Spread the word!

Heel veel groeten van Irkutsk, momenteel -28 en er worden hier ijsbruggen, ijsglijbanen en ijskastelen gebouwd à volonté (komt dat zien, komt dat zien)!

UPDATE: Omdat de blogsite van Weekend Knack niet meer online staat, heb ik de gastblogs hier online gezet. Je vindt ze bovenaan deze pagina, onder het knopje ‘gastblogs weekend knack’, of gewoon door op deze link te klikken: https://marielaureinrusland.wordpress.com/gastblogs-voor-weekend-knack/

The only way is … down!

En dan heb ik het over de temperaturen!

Deze week ging het namelijk van …

-18, onomstotelijk!

-18, onomstotelijk!

 

 

naar …

-20, ook dat bewijs is er!

-20, ook dat bewijs is er!

 

 

Naar de koudste temperatuur tot nu toe …

-28, vandaag, deze morgen, 10 uur!

-28, vandaag, deze morgen, 10 uur!

 

Donderdag vier december 2008, een dag om niet meer te vergeten. Hoe veel lager zullen de temperaturen zakken? Hoeveel meter sneeuw zal er nog vallen? Zullen er nog valpartijen zijn en zal ieders beendergestel heel blijven? Zal ik terugkeren zonder neus of met permanent bevroren vingers? Zullen twee lagen thermisch ondergoed blijven volstaan? Komt er een dag waarop we de -35 graden halen en we bijgevolg zelfs niet naar de universiteit moeten?

 

Dit en veel meer zullen we weldra de weten komen, want

 

DE WINTER IS BEGONNEN!

 

Sidder en beef, want zelfs de Russen beginnen tekenen van kouwelijkheid te vertonen en dàt wil wat zeggen!

 

 

 

(“muhahahahaa”, lachte Koning Winter in zijn vuistje en hij gooide er nog een schepje wind bovenop…)

Over de kapper, de nachtclub en een zak patatten.

Eerst en vooral: de kalkoen van op Thanksgiving was heerlijk! Iedereen (en dat was veel volk) heeft zich er aan te goed kunnen doen en dan nog was er over. Vervolgens werd er nog wat gepraat, de keuken werd weer omgetoverd tot disco (met dank aan de flikkerende hoofdlamp van Nick) en uiteindelijk was het weeral tijd om te gaan slapen. Dit laatste gegeven leverde wel enkele problemen op. Er was namelijk veel meer volk dat wilde blijven dan dat er matrassen waren. Dus werd dat weer slepen met matrassen, van de derde verdieping naar de vijfde nu maar liefst en uiteindelijk werden er dan maar matrassen gedeeld en om 8u ’s morgens waren alle gasten de deur weer uit (de ijzeren wil van de dezjurnaja/conciërge, daar begint ge niks tegen!).

Nu is het hier woensdag, rond de middag en momenteel is het -20, dat belooft. Gisteren had ik al het gevoel dat mijn neus aan het bevriezen was en toen was het maar -16. Bovendien blies er een ijzige wind, dus eigenlijk was het echt niet te doen. Ik denk dat ik vandaag dan maar voor de bankovervallers-look ga: enkel de ogen onbedekt!

De kapper.

Enkele weken terug besloten Hanne en ik ons aan een experiment, getiteld ‘naar de Russische kapper’, te wagen. Het was niet zozeer onze drang naar experimenteren die de bovenhand haalde, maar eerder pure noodzaak; onze wilde lokken moesten gekortwiekt worden.

Na eerst hier en daar wat geïnformeerd te hebben bij Russinnen met aanvaardbare kapsels (u wil niet weten met wat ze hier soms rondlopen), kwamen we tot het besluit dat er zich ‘ergens’ aan de cinema vlakbij ons kot een degelijke kapper zou bevinden. Op een mooie namiddag gingen we op zoek. Het kostte ons inderdaad wat werk, maar uiteindelijk kwamen we terecht in kapsalon “Da Vinci”. Als dat geen fenomenaal resultaat zou opleveren, met zo’n naam!

Kapsalon “Da Vinci” was echter niet enkel een kapsalon, nee er bevond zich daar tevens een zonnebank, een nagelstudio en ge kon er u zelfs professioneel laten opmaken. Er was echter maar één kapster, dus beet Hanne de spits af. Gewapend met een foto uit de Belgische Flair, vertelde ze haar wensen aan de kapster, die er meteen in vloog.

In het kapsalon heerste een zeer gezellige sfeer, zo een beetje van, kom we gaan ons allen mooi maken en verkleden! De nagelspecialiste en haar cliënte moest elk om de beurt hun werk (voor de één nagels vijlen, voor de andere lachen en mooi zijn) staken om hun telefoontjes te kunnen beantwoorden. Vervolgens liet de cliënte de specialiste alle ringtones en liedjes die ze op haar gsm had staan horen. Toch wel lichtelijk enerverend eigenlijk, vooral omdat ze geen enkel liedje helemaal tot het einde liet spelen. Vervolgens begon een van de dames daar (vermoedelijk iemand die daar werkte, al was dat niet zeker), haar wenkbrauwen te epileren voor de spiegel, waarna ze besloot maar eens onder de zonnebank te gaan liggen. Terwijl ik werd ‘gekapt’, kwamen er dan ook nog eens twee vriendinnen binnen, die in afwachting van het bijwerken van hun nagels door de specialiste (die nog steeds bezig was met cliënte nummer één, tja, die telefoontjes vragen ook tijd natuurlijk) dan maar elkaars nagels begonnen te vijlen. Het valt moeilijk uit te leggen, maar het was heel gezellig daar. Misschien zaten de koude buiten en de warmte binnen er ook voor iets tussen…

Ondanks het feit dat onze haren niet werden gewassen voor ze geknipt werden (ze worden gewoon natgemaakt door er met een soort plantenspuit water op te spuiten), mocht het resultaat er zijn. We waren allebei bang om buiten te komen met een Russische froefroe, u weet wel, heel recht en kort en dik en lelijk, maar we waren allebei meer dan tevreden. Kapsalon “Da Vinci”, Oelitsa Bajkalskaja, Irkutsk, het is een aanrader!

De nachtclub.

Toeval of niet, twee weken nadat Hanne en ik naar de kapper zijn geweest, was er het plan om eens naar een Russische nachtclub te gaan. Het was me de belevenis wel zeg! Samen met een Rus (Sergei) en enkele Russinnen (Tanja, Alena, Dasha) gingen we (Hanne, Nele, Heleen, ik, Nick, Mieke en Kristien) naar nachtclub Panorama. Zij kwamen ons ophalen op de dorm en na wat thee en een stukje chocoladegebak (doen we in België toch ook altijd voor we weggaan, niet waar?) gingen we op pad.

Het plan was (voelt u hem al aankomen?) om met de tram te gaan. Helaas was het al 22u en kwamen er enkel nog trams voorbij die richting stelplaats reden en dus slapedokes gingen doen. Bijgevolg zat er niks anders op dan te voet te gaan. Het was min acht en de voetpaden lagen er spekglad bij, maar wij moesten en zouden in Panorama geraken! We vormden een veiligheidsketting door onze armen in elkaar te haken en zo gingen we door de Russische nacht. Zo’n ketting heeft voordelen en nadelen. Het voordeel is dat we elkaar inderdaad enkele keren gered hebben van een beschamende valpartij. Het nadeel is dat voetpaden wel eens van breedte durven te veranderen en het dan soms wel heel moeilijk wordt om met vier op een rij te lopen. Oja, bij deze ook meteen een pleidooi voor de schoen met dikke zool in koude gebieden! Ik had namelijk mijn all-stars aangedaan, kwestie van toch niet te hard uit de toon te vallen door met lompe bergbottines aan in een nachtclub te verschijnen (en dan nog een Russische), maar ho, de koude trekt echt wel meteen door de bodem van die schoenen heen hoor, terwijl ik met de andere schoenen nog geen moment koude voeten heb gehad. Slechts één leuze is hier dus op zijn plaats: “Leve de bergschoen!”

Na een flinke wandeling kwamen we dan toch aan bij Panorama en na het passeren van achtereenvolgens de kassa, de vestiaire en de metaaldetectors, waren we eindelijk echt binnen. De club was vrij groot en heel fijn ingericht, volgens een thema waarbij er saloons en casino’s aan te pas komen (vermoedelijk dus “Het Wilde Westen”) en waarbij er mensen rondliepen in lange kleedjes en bretellen en cowboyhoeden (niet noodzakelijk alle drie gecombineerd). Er waren twee verschillende zalen en heel veel zeteltjes en stoeltjes en tafeltjes en dergelijke.

De eerste stop in de club, was het toilet, dat verbazend genoeg voor zo’n grote, luxueus ingerichte club, naar aloude Russische gewoonte gewoon een gat in de grond was! Na de sanitaire pauze gingen we onze bankkaart afhalen, een geweldig systeem. Je zet je geld dat je wil spenderen gewoon op een soort bankkaart en per keer dat je iets koopt, gaat daar geld van af. Op het einde van de avond kun je de waarborg voor de kaart en je resterende geld gaan afhalen. Geniaal!

Hierna hebben we ons in wat zeteltjes geïnstalleerd, want we waren er niet meteen happig op om ons onder het dansende volkje te mengen. Dat is enigszins logisch als u zou zien hoe die Russen en Russinnen dansen. De gemiddelde R&B-videoclip kan er nog wat van leren! Ja ja, ze kunnen er wat van; armen en benen worden in de strijd gegooid, er wordt geshaket met heupen en billen dat het geen naam heeft, er wordt aan hekken gehangen, tegen palen aangewreven, kortom, een mens kijkt zijn ogen uit in zo’n club. En dat niet alleen omwille van de dansstijl, nee nee, ook de kledingstijl is vaak erg excentriek. Sommigen zijn heel chique gekleed, anderen superextravagant en soms waanden we ons zowaar op het Eurovisiesongfestival. En dat laatste ook weer niet alleen door de kleren, maar ook door de muziek. De muziek was gelukkig heel afwisselend en er zaten ook Westerse dingen bij, maar wat ge daar soms de horen kreeg van beats en teksten! Goed, en daar stonden we dan, in onze jeansbroeken, met onze gewone T-shirts en topjes, op onze platte schoenen… Het was alweer duidelijk dat wij buitenlanders waren vermoed ik.

Voor de dansvloer in de grootste zaal was er een podium, waarop zo nu en dan dansdemonstraties werden gegeven. Op een gegeven moment kwam er zelfs een comedy-act à la Comedy Casino, al waren de moppen absoluut niet grappig. Russische humor hé. Aan de andere kant was er een groot balkon dat half over de dansvloer hing, waar er een kooi stond met een paal in het midden. We hadden kunnen weten dat het zou gebeuren, maar groot was onze verbazing toen er op regelmatige tijdstippen een halfnaakte dame verscheen, die tijdens het dansen steeds maar naakter werd en steeds meer stukjes stof verloor. Het schijnt volkomen normaal te zijn in de Russische discotheken en er was niemand die er echt van op keek (buiten wij dan). Ja, het contrast met België was weer groot.

Wij amuseerden ons ook wel, door ons volledig te laten gaan en de Russische moves te imiteren en door onze ogen de kost te geven uiteraard. In de andere zaal stond er een paal die in gebruik kon worden genomen door bezoekers (een populaire activiteit) en we hebben even getwijfeld om er ook eens aan te gaan zwieren, maar uiteindelijk hadden we het lef niet (alhoewel ik denk dat Kristien zich er wel aan gewaagd heeft). Het was een hele gezellige avond en uiteindelijk zijn we gelukkig met een taxi weer naar huis gekeerd.

Op naar de volgende disco!

Een zak patatten.

Dan rest er mij nog het verhaal van de zak patatten.

Er was eens een meisje dat moest koken op een koude donderdag, samen met een jongen. Dit meisje was Marie-Laure en de jongen heette Nick. Er werd besloten dat het meisje achter patatten en wortelen zou gaan op de centrale markt en de jongen zou achter worst en erwtjes gaan. Dus donderdag na de les ging ik naar de centrale markt. Ik kocht er een wortel of vijf en vier kilo patatten. De man die mij de patatten verkocht deed ze in een zakje en de wortels stak ik in mijn tas. Ik besloot terug naar de dorm te gaan met de tram, omdat ik dan niet helemaal naar de bushalte moest lopen door de kou.

Ik stapte op de tram en kocht een biljet. Een oude dame vroeg me of dit de halte ‘handelscentrum’ was en voor ik besefte sloeg het noodlot toe. Een Rus passeerde mij. Zijn jas hing open en flapperde achter hem aan. De rits. De rits bleef haperen aan mijn zak met vier kilo patatten. De zak scheurde. De patatten rolden over de vloer van de tram. Alle kanten op. Door de nattigheid en de modder van smeltende sneeuw, die de bodem van de tram bedekte. Een deel van de patatten in de zak kon ik nog redden en zette ik op de stoel achter de oudere dame, die mij nog steeds vroeg of ik wist welke halte dit was. Ik zei dat ik het niet wist. De patatten rolden nog steeds rond. Mensen stapten op en één klein zielig meisje probeerde patatten op te rapen, terwijl er nog steeds andere patatten waren die uit de zak, vanop de stoel, de grond op rolden. Er zat niks anders op dan mijn mooie tas, mijn ‘boekentas’ zoals dat dan heet op te offeren en er de vieze, vuile patatten in te steken. De oude dame schoot te hulp, commandeerde mensen dat ze moesten oppassen voor mijn patatten en of ze die eens niet zouden aangeven aan dat arme kind. Er werd geholpen, er werd om patatten heen gelopen en uiteindelijk had ik terug vier kilo patatten in mijn handen, of beter in mijn tas, mijn mooie tas. De schade bleef uiteindelijk gelukkig beperkt omdat ik de echt smerige patatten in de rest van de plastic zak had kunnen wikkelen en zodus werden mijn boeken gespaard. Maar toch, wat een gedoe, wat een schaamte, wat een ellende en amper iemand die hielp. Ik was officieel zielig verklaard en god, wat was ik blij toen ik eindelijk van de tram kon stappen.

Moraal van het verhaal: wanneer u met vier kilo patatten huiswaarts gaat, heb dan altijd een extra zak paraat!

Thanksgiving по-русски (op zijn Russisch!)

Of op zijn Candees. Of Amerikaans. Het is redelijk onduidelijk. Maar gezien de hoeveelheid Russen die hier nu door de gang zwerven en gezien het feit dat de ingrediënten Russisch zijn denk ik dat ‘op zijn Russisch’ hier wel gerechtvaardigd is. Momenteel staat er hier (we gaan live vandaag, inderdaad!) een kalkoentje gedrenkt in champignons, brood, allerlei kruiden, wortels en meer fraais, te braden in de oven. Dat gaat smullen worden. Mag ook wel want dat ding staat er al zo’n drie uur in.

Het probleem is – of beter: was – de kalkoen. Die was hier niet te vinden. Tot in de onderwereld van Irkutsk werd er gezocht. Er werd vanalles gevonden (beenhouwerijen die dus toch lijken te bestaan hier en de grote stock die aan alle winkels levert, louche Afghanen en zo meer), behalve een kalkoen. Maar dan was er de gezegende datum van 27 november, de dag waarop de gezegende woorden ‘we found a turkey‘ in onze oren terecht kwamen. Weliswaar niet één volledige kalkoen. Maar onderdelen. Vraag me niet welke, ik weet alleen dat er een kalkoenborst aan te pas is gekomen en verder nog enkele andere onbenoembare lichaamsdelen, die hopelijk even lekker gaan smaken. Ik laat het u weten.

Wel, wat kan ik nog zeggen. Ik kreeg net een massage van Karen en mensenlief, dat deed deugd! Sebiet nog de kalkoen van Jeremy en mijn dag is compleet. Ik hoop dat u allen ook een leuke avond heeft, ik ga mezelf uit mijn asociale cocon halen en me onder het volk (de Russen en de anderen) en de vodka mengen…

Een doodnormale week in Irkutsk

Goh, wat een ontnuchtering om na zo’n weekje vakantie (in Mongolië, of all places!) weer terug naar de universiteit te moeten. Veel was er niet veranderd. De bewaking kijkt nog steeds even vies en ge moet nog altijd niet proberen om in ‘bovenkledij’ de unief binnen te gaan. De spiegelpalen zijn nog steeds even populair en ze zagen nog steeds als ge in de stolovaja zit te leren. We zijn dan maar voor het eerst eens in de leeszaal gaan zitten en inderdaad, het is daar véél beter als in de stolovaja; warm, geen vieze etensgeuren en veel rustiger.

Nu ik er over denk was er toch iets veranderd. De Aziaten die bij ons zitten bij vaderlandse geschiedenis hebben blijkbaar ergens de antwoorden op de vragen vandaan gehaald, want ze antwoorden nu allemaal van de eerste keer juist, werkelijk heel vreemd, maar goed voor ons want we hadden ons huiswerk niet gemaakt. Alleen bij de bijvragen gingen ze nog steeds de mist in. Een voorbeeld? “Wie stond er aan het hoofd in de Oosterse beschaving?” Achtereenvolgens volgden de meeste domme antwoorden. Er was iemand die dacht dat dit wel eens mijnheer Christoffel Columbus geweest kon zijn. Er was een ander die dacht dat dit mijnheer Lodewijk XIV was. Nog een ander gokte dat dit wel eens Napoleon kon geweest zijn. Uiteindelijk opperde er zelfs iemand dat het misschien wel eens de onderdanen zelf geweest waren. Het was moeilijk om niet in lachen uit te barsten. Ik deed het toch. Sorry lieve Aziaatjes… De maandagavond was zoals steeds weer een avond vol druk huiswerk maken. Alles concentreert zich steeds op die avond en net daarom is maandag echt wel de meest gehate dag van de week!

Ja, zoals ik al zei, een doodgewone week en dus niet veel speciaals. Dinsdagavond zijn we naar een Pools jazzconcert geweest dat echt heel goed was. We waren uitgenodigd door het Poolse consulaat in Irkutsk, omdat we Pools studeren veronderstel ik. Dit concert vond plaats in de chique, met draperieën behangen Irkutskse filharmonie, maar de muzikanten hadden beter gepast in een donkere kroeg. Het was in alle geval heel erg goed. Nog een grappig detail: er was een hele hoop mensen die tickets hadden voor onbestaande plaatsen. Achja, het blijft natuurlijk Rusland. Na afloop slaagden we er zelfs in een handtekening te bemachtigen van de man die de contrabas bespeelde, hehe. En we zagen de Poolse consul!

Woensdag hebben we niet veel speciaals gedaan. We zijn iets gaan drinken aan de cinema hier vlakbij, in café Jeans, omdat ze daar naar het schijnt plots ook draadloos internet hadden. Uiteraard werkte dit weer niet en wist niemand van iets en kon niemand er iets aan doen, maar we hebben toch een lekkere aardbeienmilkshake gedronken. Café Jeans is echt wel een leuk cafeetje eigenlijk, allemaal gekleurde zeteltjes, die echt geweldig zitten (ik had nog niet door dat ik hier eigenlijk echt wel het gevoel van in een zetel te zitten mis van tijd tot tijd) en als ge aan het raam zit is het een leuke sport om de ingeduffelde Russen met hun bontmantels en chique mutsen te bekijken.

Donderdag was weer een doodgewone dag. Buiten het feit dan dat mijn gsm gestolen werd. Ik heb geen idee hoe of wanneer het gebeurd is. Hanne en ik waren naar de markt geweest om ingrediënten te kopen. Ik had hem nog bij het kruidenkraampje en daarna zijn we nog vis (hij was bevroren en vanwege de koude bleef hij ook helemaal hard en bevroren tot we thuis waren) gaan kopen en vervolgens namen we de tram terug naar de dorm. Tja en daar merkte ik het, foetsjie! Voor de mensen die mijn Russisch nummer hadden: stuur er niet meer naar, want het bestaat niet meer. Snif, mijn arme gsm. Wel een slechte diefstal overigens: een telefoon zo oud als de straat, ingesteld in het Nederlands, met nog precies 27 roebel op de kaart… Achja, rien à faire zeker hé.

Nele en ik moesten koken ’s avonds (vis met ajuintjes en worteltjes en kruiden in de oven ingepakt in zilverpapier en puree) en we (vooral Nele) leefden ons uit in het maken van dierenvormpjes met het zilverpapier, iedereen kreeg een beestje dat bij hen paste.’s Avonds zaten we in de keuken wat te praten met Mieke en Kristien en er werd het idee geopperd om vrijdagavond eventueel naar de internationale studentenparty in de Megapolis, een van de discotheken hier, te gaan. Hanne en ik besloten eens te gaan vragen aan de Poolse meisjes, Barbara en Karolina, of ze geen zin hadden om mee te gaan. Vrijdagavond zou hun laatste avond hier zijn, want zaterdag vertrokken ze terug naar Polen. Natuurlijk bleven we weer eens plakken, wat zeer gezellig was, maar ook zeer gevaarlijk want op vrijdagmorgen hebben we om acht uur stilistika, werkelijk een rotvak en het is sowieso al moeilijk om te volgen en/of om wakker te blijven, laat staan dat we dan nog eens weinig geslapen zouden hebben… Maar het was heel plezant en we hebben Pools gepraat met Barbara, Karolina en Kostja, een Rus die ook Pools studeert en die een vriend van hen was en die een hippe berenmuts met een rode ster op mee had, dus het was ook nog eens educatief verantwoord.

Vrijdagmorgen stonden we dan ondanks alles paraat om naar stilistika te gaan. Het was de eerste keer dat Hanne en ik mee zouden doen met het derde jaar. Normaalgezien volgden we dit vak in het vierde jaar, maar omdat we nog nooit van ons leven iets zoals stilistika gezien hadden, was dat echt niet te volgen en na veel vijven en zessen hebben we nu dus eindelijk de toestemming gekregen om die les te volgen. Nele was er al één keer naartoe geweest, toen wij naar Olchon waren en had ons al gemeld dat het veel beter meeviel dan voorheen en amai én of dat het gemakkelijker was! Het mens was zelfs zo vriendelijk om alles wat al gezegd was nog eens extra uit te leggen voor de laatkomers (we waren en kwartiertje te laat door het verkeer), terwijl ze normaal iedereen die een minuutje te laat is meteen een minnetje geeft! De les was heel gemoedelijk, aan het bord oefeningen oplossen en dergelijke en ik kon zelfs heel goed volgen… Goh, wat een opluchting. Ze was zelfs niet boos omdat we naar Mongolië geweest waren! Hetzelfde met de professor van praktitsjeskij, zij zei zelfs dat het belangrijkste was dat wij ons daar geamuseerd hadden en dat het dus niet erg was dat we een les gemist hadden. Tof hé?

Vrijdagavond was er dan het afscheidsfeestje voor de Poolse meisjes, dat eigenlijk een heel klein beetje tegenviel en redelijk saai was. Paul had wel een lekker tacohapje gemaakt dat er bij iedereen gretig inging, maar veel volk ging om 23u al door, wat ergens logisch aangezien de obsjsjitie dan sluit. Uiteindelijk zaten we in de keuken Nicks liefdesleven te bespreken en vervolgens zijn we dan maar afgedaald naar de derde verdieping, naar de Russen. Daar hebben we nog even gezeten, wat gebabbeld en het spel ‘woordenslang’ in het Russisch gespeeld. Ook daar viel er niet echt veel te beleven en de meeste mensen leken nog moe van de avond ervoor, dus uiteindelijk lagen we heel vroeg in ons bedje.

Zaterdag hebben we de hele dag binnen gezeten en geleerd, of toch alleszins veel huiswerk gemaakt. Ik heb ook nog een wasje gedraaid (dat is hier letterlijk te nemen met ons voorhistorisch Sovjetwasmachientje) en ’s avonds hebben we belegde broodjes gemaakt, njamie! Kostja, de kleine buurjongen die vaak bij ons te vinden is, liep hier ook de hele dag rond en was zich duidelijk aan het vervelen. Hij is een paar keer binnengekomen en uiteindelijk heb ik zelfs een hartje uit krantenpapier gekregen om bij aan de muur te hangen met mijn verjaardagskaartjes. Och, ’t is zo’n schattig jongentje!

Vandaag (zondag 16/11) zij we wat gaan wandelen om nog eens wat foto’s te trekken. We hadden ons goed aangekleed, want er ligt wel wat sneeuw en het was -17. Geloof me, dat is koud! Gelukkig was er geen snijdende ijselijke wind zoals de dagen ervoor, dus uiteindelijk viel het nog mee en waren enkel mijn handen en mijn gezicht een beetje bevroren. Ook weer interessante dingen ontdekt: wanneer u uw neus snuit in uw zakdoek en deze vervolgens gewoon in uw jaszak steekt, kan diezelfde zakdoek wanneer u hem een tijdje later weer uithaalt wel eens bevroren zijn. We gaan hier toch binnenkort ons experiment met pannen met water in de lucht te gooien eens moeten uitvoeren. De zon schijnt hier wel en de lucht is helderblauw, maar verder is het echt wel vriezen. Niks meer op de wasdraad hangen dus! De sneeuw die hier overal ligt geeft alles echt wel een zeer idyllisch tintje… Benieuwd wat het morgen wordt!

Voila, nu heeft u eens een beeld van een doodgewone week in Irkutsk. We worden ons hier ten andere steeds meer bewust van de weinige tijd die ons nog rest en de vele dingen die we nog willen doen. Over een kleine zes weken ben ik al weer thuis, stel u voor! Time flies when you are having fun!

PS: Die vriestemperaturen hier hebben wel enkele voordelen. Zo kunt ge u soms al schaatsend voortbewegen op het voetpad en als ge vlees wilt verkopen, kunt ge dat toch gewoon ook langs de straat doen, het blijft toch bevroren! Dus zitten er sinds enkele dagen vrouwtjes langs de straat met een emmer vol koeienpoten, of wat koeienpoten uitgestald op een kartonnen doos: te koop. Achja, waarom niet, waarom zou ge een diepvries nodig hebben of een winkel en achja, de occasionele straathond (tja, waar die zich ’s nachts verstoppen, ik weet het niet, maar ze leven nog allemaal – denk ik) die er eens aan snuffelt, die kunt ge toch gewoon snel wegjagen? Als ge uw was buiten hangt hoeft ge ook al niet meer bang te zijn dat die gaat wegwaaien, want hij vriest gewoon vast aan de draad. Voila, niks dan voordelen dus en die bevroren vingers en neuzen, die nemen we er ook maar bij dan.

Wat een weekend!

Momenteel heerst er hier weer een acuut tijdtekort (als in: het is al kwart voor zes en ik moet nog de bus terugnemen naar de dorm, een opstel schrijven met als titel ‘Elk mens heeft zijn lot’, ik moet nog een verhaal uitlezen, nog een biografisch werkje maken over Raspoetin, de genitief nakijken voor Pools en de oefeningen oplossen én nog enkele Poolse tongtwisters van buiten leren – zo ik hoop dat dat tijdtekort bij deze verklaard is?) daarom bij deze enkel de belofte van een uitgebreid verslag over een fantastisch weekend.

Hoe komt dat nu dat het weekend zo fantastisch was? Wel, Hanne, Heleen en ik hebben een uitstapje gemaakt naar Olchon, een eiland in het Bajkalmeer. Voor de geïnteresseerden en voor de niet-geïnteresseerden (wat me zou verbazen, u bent tenslotte tot hier gesurft!), een kaartje:

Irkutsk en Olchon (Choezjir)

Let op de kleine rode cirkeltjes: Irkutsk en Olchon (Choezjir)

Het was al een avontuur om er te geraken (bus, boot, auto), vervolgens hebben we er ons echt te pletter geamuseerd (gekke foto’s maken, overweldigende natuur en positieve ‘energiestromen’ voelen, muziek maken met Russen, de haard brandende houden zonder al de rest in brand te steken, anderen die zo gek zijn een duik te nemen in het meer gade te slaan, thee drinken, vriendelijke mensen en zowat half West-Europa zat er verzameld – Hollanders ook, of wat dacht u) en uiteindelijk zijn we zelfs nog heelhuids teruggekeerd. Inderdaad, een hele prestatie!

Nadat we dan zonder gebroken botten en met alle lichaamsdelen nog op de juiste plaats terug aankwamen in de dorm, werd er zowaar weer een feestje georganiseerd. ‘Ons Anna’, de assistente van de decaan, reddende engel en soms ook wel eens dom, verstrooid wicht, is namelijk ook ingetrokken in de dorm. Een paar verdiepingen lager en ze heeft haar eigen kamer, maar toch reden genoeg tot feest! Er werd nog maar eens vodka aangevoerd (het ging hier om een Russin), er werden potten augurken opgetrokken, alsook zakken chips, doosjes koeken en pakjes hesp en dan was het begin van een klein, bescheiden feestje dat op een schappelijk uur geëindigd is. Ik zeg het, het is hier wreed plezant.

Tot zover enkele amuses-bouches om u allen te laten watertanden en hopelijk kijkt u uit naar het volledige verslag, dat dinsdag of woensdag hier ter plekke zal verschijnen…

Het sneeuwt! (yeah!)

Het heeft hier al de godganse namiddag gesneeuwd. Echte, volle vlokken. Ze blijven alleen niet liggen, maar geloof me, dat komt nog wel! Onze ‘juf’ van Pools deelde ons vandaag ook mee dat er deze week ’s nachts temperaturen tot -17 verwacht worden. Mijn handdoek was vanmorgen al bevroren van een nacht op de wasdraad te hangen. Het ziet er maar belachelijk uit zo nen bevroren handdoek!

Op mijn verjaardag heeft het dus helaas niet gesneeuwd. Bedankt aan iedereen die meeduimde en ook bedankt aan iedereen die mailde/facebookte of zich nog eens naar een postkantoor heeft begeven! Een verslag over het feestje volgt ook nog. Maar ik loop al achter. Huiswerk slorpt hier te veel tijd op naar mijn goesting.

Maar we gaan daartegen rebelleren! Dit weekend gaan we naar Olchon (een eiland in het Bajkalmeer) en het weekend, wat zeg ik, bijna de hele week daarna plannen we van naar Mongolië te gaan (zaterdag tot donderdag). Dit vraagt om een ‘WIHI !!’.  Mijn dag is goed, mijn dag is geweldig en ik hoop dat het bij u van hetzelfde is, teerbeminde lezer!

Tot gauw!

Waarom u beter niet gaat kamperen bij min twee (en durf niet te lachen!)

Enige weekends geleden (van 11-12 oktober) besloten Hanne en ik voor het avontuur te kiezen en mee te gaan kamperen met Jeremy, Martin en Nick. Het verhaal begint dus ongeveer zo: “Er waren eens een Canadees, een Duitser, een Australiër en twee Belgische meisjes…”. Hoe het verder gaat leest u hieronder.

Op vrijdagavond werd er al druk gepalaverd over de kampeerplannen, maar de uitkomst van de avond was het hier ondertussen al bekende “we zullen nog zien”. De volgende morgen rolden Hanne en ik tegen 10u ons bed uit en wat bleek: onze vrienden waren al druk aan het pakken. Wat er al allemaal in hun supersonische, compacte en aerodynamische rugzakken verdwenen was, geen idee, maar ze zaten alleszins al bijna vol. En dan moesten wij nog maar beginnen met pakken! En in wat voor rugzakskens! Maar wij bleven niet bij de pakken zitten. De kast werd leeggehaald en algauw verscheen er een grote stapel warme kleren op onze bedden. Het zou koud worden en we zouden er op voorzien zijn. Een wiskundig probleem stelde zich vrijwel onmiddellijk bij de vergelijking van de massa kleren en de grootte van onze rugzakken. Onze rugzakken zijn hier namelijk: een Eastpak en een Jansport (neen, ik word niet gesponsord). Het was proppen, trekken en duwen tegelijk, maar uiteindelijk pasten én ons thermisch ondergoed én onze fleecepullen én onze sjaal én muts én handschoenen én extra t-shirts én skijas allemaal in onze rugzak. Ja, we stonden er zelf ook van te kijken! (Nogmaals, ik word niet gesponsord.)

Hierna rees een tweede probleem. Hanne en ik hebben hier namelijk geen slaapzak en laat dat nu net zowat het meeste handige voorwerp voor een trektocht in de woeste Russische natuur zijn (naast wat vodka zo hier en daar). De oplossing hiervoor diende zich aan in de vorm van 2 dekens die we even ‘geleend’ hebben van de obsjesjitie. Maar het probleem was dus het transport van deze 2 dekentjes. Onze rugzakken stonden zo ongeveer op springen (van enige aerodynamiek was al lang geen sprake meer) en ja, we konden de dekens moeilijk rond ons wikkelen. Na enig denkwerk staken we de dekens in een soort schoudertas die groot genoeg bleek. Het woog het een en het ander, maar we moesten toch iets hebben om ons te wapenen tegen de koude daar in die tent!

Ondertussen waren onze drie reisgenoten al naar de winkel vertrokken. Toen wij ook die kant opgingen, kwamen zij net terug. Pech voor ons want voor het inslaan van de proviand hadden we gehoopt dat we hen gewoon stiekem konden kopiëren en zo onze onkunde in het ‘wildkamperen’ te verbergen, maar te laat dus. Wij met zijn tweeën dan maar op weg naar de winkel. Daar aangekomen kochten we (naar aloude festivaltraditie) dan maar twee potjes noedels, twee flessen water, een flesje vodka, een zakje koekjes, een tablet chocolade, een blok kaas, een pakje salami, twee zakjes croissants en een doos sap (dat qua smaak absoluut niet bij de vodka paste, helaas). U ziet het derde probleem natuurlijk al van mijlenver aankomen. Waar steken we al dat eten? We propten enkele dingen bij in de schoudertas (die zo redelijk ondraagbaar werd door het gewicht, maar goed, we kunnen nu ook wel tegen een stootje, dachten we), nog wat bij in mijn rugzak en ja, de rest deden we dan maar in een plastiek zaksken.

Na het aantrekken van onze wandelschoen/bergbottines waren we volledig klaar om er voor te gaan. Dachten we. We waren nauwelijks de deur uit of Martin hield ons tegen. ‘Wat hebben jullie allemaal mee?’ ‘Dekens, want u nas njet slaapzak!’ ‘Ja maar, zo kunt ge toch geen berg beklimmen! Kom, ik heb nog riemen op mijn kamer’. Waarna de lieve jongen onze dekens met zijn riemen op onze rugzakken bond, Nick sommeerde om een deel van ons eten in zijn eigen rugzak de steken en wonder boven wonder ook nog wat eten in mijn rugzak gepropt kreeg. Er bleef enkel nog een zakje met koekjes en sap over. Nù waren we pas klaar om écht te vertrekken.

We namen de tram naar het autobusstation, waar we na wat wachten onze kans grepen en in een minibusje klommen, dat ons voor 100 roebel naar Listvyanka zou brengen. Ja, dat deed het ook echt! Eenmaal aangekomen in Listvyanka vertrokken we na een bezoekje aan de lokale winkel (een ijsje en wat boule-de-berlins voor Nick, een ijsje voor Martin en een Fanta voor Jeremy – ja, die mannen hadden dat goed gezien, snel nog even wat suikers naar binnen spelen… We hadden dat beter ook gedaan!) voor een lange wandeling ‘door de bergen’.

We gingen het dorpcentrum uit en algauw bevonden we ons in de vrije natuur. Heel schoon, maar wreed voor het ongetrainde menselijke lichaam, dat verzeker ik u! In het begin ging het nog redelijk, doorwandelen aan een stevig tempo, dat kan ik wel aan en net toen het wat meer begon te stijgen (vergeet dat ‘door de bergen’ maar, wij gingen ‘over de bergen’, recht omhoog!) merkte Martin dat er iets gelekt was in zijn rugzak en dus hadden we even de tijd om op adem te komen terwijl hij zijn rugzak proper maakte. (Het was een blikje bier en het was niet eens erg gelekt, anyway, het was een goede reden om meteen maar het eerste blikje bier van de tocht te ledigen – niet dat er nog veel volgden, maar toch, ’t was een schoon moment!)

Maar dan. Mannekes, vader! U moet weten, Hanne en ik wij zijn niet meteen zo van de fanatieke kampeerders. Wij doen dat rustig aan, op ’t gemak en we zien wel waar we geraken. We genieten van de natuur terwijl we wandelen. We nemen al eens een pauze. Wij racen geen bergen over. Jeremy, Nick en Martin waren en zijn ervaren trekkers, die gewend zijn van van alles te beklimmen en bergen over te lopen op smalle bospaadjes. Die gaan vooruit, vooruit, vooruit. Wij daar dus achteraan. Ik heb daar geen problemen mee als dat op vlak of dalend terrein is, ik stap graag goed door. Maar als dat bergop is en niet zomaar ‘efkes’ bergop, maar constant, kilometers aan een stuk, met een behoorlijke hellingsgraad, dan is dat iets anders. Dat doet u niet zomaar ‘efkes’ en hup en klaar. Dat vergt inspanning. Dat vergt longen. Dat vergt energie. Maar aan pauzeren deden deze drie niet mee, o nee! Bijgevolg ging ik een hele tijd maar achter Jeremy aan, raakte wat meer achterop, waarna ik Martin voor liet gaan en vervolgens liep ik zowat alleen, ergens tussen de kopgroep (Jeremy en Martin die algauw uit het zicht en tussen de bomen verdwenen) en de staart (Hanne en Nick die laatste bleef – hij had ook wel een erg zware rugzak te dragen natuurlijk) in. Ja, het peleton, dat was ik! Maar één zonder al te veel overwinnings-/inhaaldrang. Ik liep daar wel ok, zo op mijn eentje, niemand die hoorde hoe diep ik soms moest inademen en af en toe kon ik eens stoppen, want ik was toch de laatste nog niet. Maar het was afzien en ho, te bedenken dat ik vooral was meegegaan voor het kampvuur en de bijhorende gesprekken en het slapen in de tent. Te bedenken dat ik dacht dat die wandeling nog wel ging meevallen.

Maar goed, ik hoop dat het duidelijk is dat het bedwingen van deze berg bijna bovenmenselijke inspanningen vroeg en dan niet zozeer vanwege de steilheid, maar vooral vanwege de snelheid waarmee deze bedwongen moest worden. Op een gegeven moment was er gelukkig een lichtje aan het eind van de tunnel: er lag sneeuw! Op de grond, op de berg, bijna op de top! Waw, de eerste liggende sneeuw! Mijn hoop op een witte verjaardag werd alleen maar groter. Het was maar een heel klein beetje sneeuw, maar toch maakte het al veel goed. Het gaf weer nieuwe moed. Er was nog hoop.

Niet lang daarna was het einde in zicht; de berg moest enkel nog afgedaald worden. Opnieuw geen sinecure, maar het ging toch al vlotter dan naar boven klimmen. Het was echt de kam van de berg die we afdaalden en dus op het scherpst van de snee, maar eindelijk was daar het Bajkalmeer en een schitterend uitzicht. Het moet gezegd, het is de moeite waard geweest!

We besloten daar dan maar ons kamp op te maken; er lagen resten van een vuur er stond een tafeltje en het was gewoon een wreed schone plek aan het Bajkalmeer. Rechts over, links over, een enorm meer en aan de overkant besneeuwde bergtoppen, onbeschrijfelijk mooi! ’s Avonds en ’s nachts scheen er dan een wit licht over het meer, dat gedurende de nacht ook steeds meer opschoof, een prachtig schouwspel. Terwijl we daar onze patatjes en vleesjes in een wrap aan het opeten waren, samen met wat versgemaakte soep van Martin begonnen de sterrekes te flikkeren tussen de bomen heen en waw, wat een geweldige ervaring zeg! Ik zag zelfs een vallende ster, dus ik helemaal blij, blijkt dat dit in Canada ongeluk betekent. Ik interpreteerde die ster toch maar op de Belgische manier! (En in Tasmanië betekent het ook dat ge een wens moogt doen, nah!)

We hebben een hele tijd zitten praten, wat chocolade gegeten, wat vodka gedronken (ja, ge moet iets doen tegen de koude) en het was enorm gezellig! En ho, zowat de hele wereldpolitiek passeerde de revue, WOI en WOII (en dat met een Duitser erbij, altijd fijn – don’t mention the war!), vreemde verhalen en dergelijke meer.

Uiteindelijk werd het helaas zelfs voor de grote avonturiers bedtijd. Slaapwel dus. Niet dus. Ik en Hanne hadden al eerder (na het hout sprokkelen, het uitstallen van de etenswaren, het inrichten van de kampplek en andere bijzonder kampeer-gerelateerde doch leuke bezigheden) ons thermisch ondergoed aangetrokken en ons als echte anciens gehuld in de laagjes, de sjaal, de muts en de wanten en geen van deze items werd uitgetrokken om te gaan slapen! Het was tenslotte min twee en uw reporter ter plaatse en compagnon (ik en Hanne) hadden dus, zoals eerder al vermeld geen slaapzak. Dat hebben we geweten! Koud dat dat was! Eén van de dekentjes lag op de grond, het andere hadden we over ons gedrapeerd en dat was het. Het was min twee. Min twee. Min. Min. Miiiiiiin! Ijskoud! De enige oplossing was het delen van lichaamswarmte, waardoor ik me dus voortdurend moest omdraaien (ik lag met een helft tegen Hanne aan) omdat een helft van mij aan onderkoeling ging lijden. U begrijpt, van slapen kwam niet veel in huis. Op een gegeven moment lag ik toch in slaap, werd ik plots wakker en zit Jeremy rechtop in de tent. Ik stamelde slaapdronken “Hanne, wat scheelt er”, waarna dus bleek dat ik het tegen Jeremy had. Er zat blijkbaar een rat aan de buitenkant van de tent, die dapper werd weggejaagd door Jeremy. Na een controle van het eten – het was er nog, en nog allemaal – keerde de rust weer. Hanne lag nu gesqueezed tussen Jeremy en ik, de gelukzak! Langs beide kanten permanente lichaamswarmte, zonder uzelf gelijk een kip aan het spit te moeten ronddraaien, naast het bezit van een slaapzak leek dit de tweede grootste luxe die er is op de wereld!

Uiteindelijk overleefden we de nacht en ’s morgens werd de tent zelfs aangenaam opgewarmd door het zonnetje, maar de schade was al gedaan, onze nachtrust was niet bijzonder groot geweest. Na een ontbijt besloten Nick en Martin om een duik te nemen in het Bajkalmeer. Hanne en ik hadden onze portie koude wel gehad, dus gingen wij rustig op het ‘strand’ aan de oever onze tanden poetsen. Ik moet zeggen, uw tanden poetsen aan de oever van dit gigantische meer is geweldig! Net zoals naar het toilet gaan met zicht op Bajkal, onvergetelijk!

Nadat we ons kamp hadden opgekraamd en de innerlijke mens versterkt hadden trokken we weer op pas. We gingen langs een andere weg teruggaan, omdat het quasi onmogelijk leek dezelfde steile bergkam waarlangs we naar beneden gekomen waren weer op te klimmen. Nadat we eerst fout gegaan waren en dan maar gewoon dwars door de struiken heen een berghelling afliepen/wandelden/struikelden/vielen kwamen we op het juiste pad terecht. Ik ga u de details besparen, maar het was véél simpeler dan de dag ervoor om de berg weer over te geraken. Bij de afdaling, die maar bleef duren, dachten Hanne en ik blijkbaar hetzelfde: ‘hoe zijn we dit in godsnaam gisteren ooit op kunnen klimmen?!’. De sneeuw was ook verdwenen.

Nadat we in Listvyanka nog een omulken (Martin en Nick toch) en een ice-tea (deugd dat dat deed!) naar binnen hebben gesmikkeld konden we vrijwel meteen een marsjroetka nemen en tegen het avondeten kwamen we weer in Irkutsk aan.

Zo waren er dus terug een Canadees, een Duitser, een Australiër en twee Belgische meisjes in het studentenhuis en zo hebt u hopelijk geleerd waarom gaan kamperen bij min twee en zonder een slaapzak een wel bijzonder slecht idee is. Ik zocht het met plezier voor u uit!

HET SNEEUWT! HET SNEEUWT! … het sneeuwde!

Jaja, gisteren was dat hier complete euforie in Irkutsk; er vielen sneeuwvlokjes waar te nemen! Het sneeuwdege! Werkelijk waar! Ze waren minimaal en klein en smolten meteen maar TOCH: het was sneeuw en dat in oktober. En dus eis ik een witte verjaardag. Ze (de weergoden) hebben nog een week om het te fiksen, dus ze kunnen het maar beter fiksen! Lichtelijk deprimerend hierbij is wel dat het vandaag opeens weer 16 graden was. Tja dat weer hier, daar valt niks mee aan te vangen. Dat is noch te voorspellen, noch in grafieken te vangen.

Het zijn hier zondag ook verkiezingen. Er moet een nieuwe ‘deputaat’ komen voor de oblast’ Irkutsk. Bijgevolg wordt er hier heftig geflyerd en worden er affiches opgehangen en spandoeken en lopen er heel veel als beren verklede mensen op straat rond (de beer is het symbool van Rusland en dus meteen ook van ‘edinaja Rossija‘, de partij van Poetin, u niet geheel onbekend).

Daarnaast valt er nog wel iets te vertellen over de nieuwe mens op de dorm: Martin uit Duitsland. Hele sympathieke jongen/kerel, maar hij heeft af en toe wat vreemde trekjes. Ik hou u nog even in spanning tot zondag (of dinsdag, afhankelijk van de weekendplannen).

Dinsdagavond zijn we op de thee geweest bij onze ‘juffrouw’ van Pools, omdat Hanne jarig was en er nog een stukje taart over was. Enig geslijm kan hier nooit kwaad natuurlijk. Ze liet ons foto’s zien van in  Mongolië en ho, nu wil ik er nog meer naartoe! Vorige zaterdag was er ook een feestje voor Hanne haar verjaardag, wat heel erg plezant was en ze heeft een cd van Justin Timberlake (niet echt haar, noch mijn smaak, maar achja, een gegeven paard…) en van Lenny Kravitz (dat trekt er al meer op) gekregen, alsook een rozenplantje (van Martin, de Duitser), dat helaas zijn kopje al wat laat hangen (onze kamer heeft dan ook sauna-allures) en chocolaatjes en een taart (dankuwel Nele – Het was niet makkelijk om te kiezen, ze zijn hier goed in taarten, zo hebt ge ze in België nog niet veel gezien! Nele heeft de taart vervolgens ook door het avondverkeer geloosd en hij overleefde zelfs een wilde busrit – (welke busrit is hier ook niet wild)) en dat was het geloof ik. Op zaterdagavond, of eigenlijk al meer op zondagmorgen, maakten we ook nog kennis met een hoopje écht, oprecht leuke meisjes van het derde verdiep (ze waren echt geïnteresseerd in ons en voor één keer niet alleen in de jongens) waar we nog een heel gesprek mee hebben gevoerd. Dit gesprek vond afwisselend in het Russisch (voornamelijk) en het Duits plaats. Er was er eentje die Duits sprak, nogal een haantje de voorste en vervolgens begon Jeremy Duits met haar te praten, waarbij ze eigenlijk elkaar niet verstonden, waardoor ik en Mieke moesten helpen met vertalen, waardoor de taal weer Russisch werd, waarna Jeremy zich herinnerde dat hij ook een beetje Spaans kan, waardoor enkele Russische meisjes die Spaans studeerden Spaans begonnen te praten, wat al wat vlotter ging en vervolgens werd het terug Duits en Russisch en dan gooide Jeremy er ook een paar Franse woorden tussen en toen was het hek helemaal van de dam. Ik weet niet of iemand nog volgt met al die talen hier, maar zo krijgt u een indruk van hoe het voor mij was. Voor het geval dat het nog niet duidelijk is: het was verwarrend!

Vorige zondag zijn we ook nog met de mama van de Rus die nu op Nele haar kot in België zit (misschien dit stukje nog eens herlezen, het valt niet makkelijker of anders uit te leggen, sorry voor de ingewikkeldheid) naar een concert geweest. Het was wel de moeite, de zangeres kon absoluut zingen en het waren Russische volksliederen en er was live-begeleiding en dergelijke, maar het is toch niet iets om elke week te doen. Het concert vond plaats in de Filharmonie, waar we al lichtelijk horendol werden gebabbeld door de mama van Maksim (de Rus die dus nu op Nele haar kot in België zit), nog voor het concert begon. Ze was erg sympathiek, maar babbelde erg veel en wij waren allemaal nog al moe (zie: feestje van Hanne) dus we waren lichtelijk saaie gesprekspartners vrees ik. Uiteindelijk ging er dan een bel (dat is hier echt populair die bellen!) en mochten we de zaal binnengaan. We zaten vrij ver vanachter, maar we hadden een goed zicht. Eerst kwam er een zeer schoon opgeklede blonde madam ons vertellen wat er ging gebeuren (er ging een concert plaatsvinden, voor moest u het nog niet weten) waarna de muzikanten opkwamen, welgeteld 5 stuks. Nummer één speelde op een banjo-achtige gitaar, nummer twee speelde op de Balalajka, nummer drie deed de percussie (voornamelijk xylofoon en af en toe drum), nummer vier speelde basgitaar en nummer vijf speelde op de onontbeerlijke accordeon. Ze speelden een nummertje of twee, waarna er plots een rijzige, stevige dame het podium opkwam, gekleed in een middeleeuws aandoend kleed met lange flappermouwen, waar dus theatraal mee geflapperd kon worden en met een speciaal kapsel op het hoofd. Ze sprak heel zachtjes in de microfoon over wat ze zou zingen, wat mij al deed vrezen voor het ergste, maar toen ze haar keel openzette bleek mijn vrees absoluut ongegrond. Wat een stem, wat een gezang, het was wreed schoon!

En het bleef maar duren. Uiteindelijk leek ze er een einde aan te willen maken. Aan het gezang dus. Maar vervolgens bleek dat dit slecht de pauze was. het concert was om 17u begonnen en wij dachten dat het maar een uurtje zou duren, maar toen het tijd voor pauze was was het al anderhalfuur bezig. Maksims mama zag precies dat we wat moe waren en verzekerde ons dat het geen probleem was als we door wilden gaan, maar dat leek ons nogal onbeleefd (ze had ons uitgenodigt én de tickets betaald) en nadat bleek dat ze ook nog eens op zoek was naar een wasmachientje voor op ons kot (jaja, handwas, u vraagt, wij draaien er eentje – ik word er zo stilaan een specialist in!) leek het ons al helemaal not done om zomaar in het midden van het concert weg te gaan.

Gelukkig bleek deel twee veel minder lang te duren en ook de ambiance in de zaal kwam er toen wat in. Er werden enkele Russische volksliedjes samen met het publiek gezongen, er werden verzoeknummers ingediend (er werden papiertjes afgegeven aan de zangeres en ik vermoed niet dat het telefoonnummers of zoiets waren) en uiteindelijk werd een geeïndigd met een soort van staande ovatie waarbij iedereen zowat meezong (behalve wij, want we kenden geen een van de liedjes) en daarna werd de zangeres (die in de pauze getransformeerd was tot kerstbal – ze droeg een kleed vol glitters en een doorzichtig vestje) overladen met bloemen. Jaja, het was een geslaagd concert, alleen waren er drie kleine Belgjes die zowat stierven van de honger, dus na het wachten op onze jas (gedisciplineerd wachten in een rij) haastten we ons gauw naar huis. Dankuwel mama van Maksim!

Andere vermeldenswaardige feiten van deze week zijn de ‘scheldwoordenles’ die Hanne en ik op woensdag kregen van de leuke Russinnen van het derde verdiep. Zij vonden het hilarisch en wij vonden het hilarisch, misschien niet om dezelfde redenen, maar toch. Jeremy had die avond ook een soort feestje met zijn Russische vrienden en de mop van de avond was wel ‘ja roeski!’. Wij zaten daar dus in de keuken met de Russinnen en onze woordenboeken (wij leerden ze ook wat Vlaamse scheldwoorden en ja, probeer maar eens in het Russisch uit te leggen wat sommige dingen betekenen – ahum -) en we waren volop scheldwoorden aan het debiteren en af en toe passeerde er iemand aan de deur, die vervolgens zijn hoofd naar binnen stak, waarna de Russinnen spontaan in het Engels begonnen en wij (Hanne en ik) bleven oefenen of even zwegen, waarna dus de desbetreffende Rus aan de deur uitriep dat hij ‘roeski‘ was en dus bijgevolg alles wel had verstaan. Het valt moeilijk uit te leggen, maar het was hilarisch en de grap van de avond! Ja Roeski!

Wat nog… Oja, de vestiaire in de unief! Probeer hier dus nooit het linkerdeel van het gebouw binnen te dringen terwijl ge uw jas nog in uw handen hebt. Het MAG NIET! Hier in de unief lopen dus bewakingsmensen rond, compleet in blauwe legeroutfit (vraag me niet in wat ze zich proberen te camoufleren) en met strenge blik in de ogen, mensen die duidelijk heel verveeld zijn en dus studenten moeten vertellen dat ze hun jas ‘in de vestiaire moeten hangen, die open is sinds 1 oktober en speciaal voor de studenten is ingericht’. En ge moet geen twee keer proberen. Hup, naar de vestiaire! Film kijken in het multimedialokaal met uw jas op de schoot mag ook niet, hup naar de vestiaire! In de bibliotheek een boek terug gaan brengen met uw jas vast/aan? Mag niet, hup naar de vestiaire! Met andere woorden, we hebben ons lesje wel geleerd. Naar de vestiaire!!

Tot slot nog even vermelden dat ik een souvenirtje heb gekregen van de werkmannen op kot, maar dat is er verhaal apart en het vraagt om foto’s, dus dat zal voor een andere keer zijn…